Opkomst digitaal bewijs forensisch onderzoek en opsporing
Collegelid van het NRGD dr. ir. J (Hans) Henselaar sprak eind 2017 tijdens zijn lectorale rede bij de Hogeschool Leiden over de opkomst van het Internet of Things, kunstmatige intelligentie en augmented reality.
Mensen laten steeds meer gepersonaliseerde sporen achter in cyberspace. Deze sporen zijn een noodzakelijke aanvulling op traditioneel bewijs (vingerafdrukken en DNA) in forensisch onderzoek en opsporing. De laatste tien jaar wordt gekenmerkt door de opkomst van social media, de smartphone en de cloud en vooral ook de combinatie van die drie.
“We zijn aangekomen op een punt dat digitaal bewijs dat hiervan afkomstig is, soms bijna een vergelijkbare rol aanneemt als die van het traditionele bewijs”, stelt Hans Henseler. “De reden daarvoor is dat smartphones door de sociale media heel persoonlijk geworden zijn. Door het contact met de cloud wordt veel vaker dan voorheen locatie en tijdstip van de smartphone vastgelegd en dus van de gebruiker. Er zijn drie trends in de ICT die onomkeerbaar zijn en waarvan ik verwacht dat ze een belangrijke rol spelen in de revolutionaire ontwikkeling die digitaal bewijs ook de komende jaren zal doormaken. Het Internet of Things (IoT), de opkomst van kunstmatige intelligentie en de versmelting van cyberspace en de fysieke wereld.”