Beoordelingskader Forensisch Financieel Onderzoek
Publicatie | 30-08-2023
Rapporterende forensisch deskundigen spelen een cruciale rol in de rechtspraak. Het NRGD ziet het als zijn taak dat belanghebbenden gerechtvaardigd vertrouwen kunnen hebben in forensische expertise. Dit vertrouwen moet kunnen worden gebaseerd op aantoonbaar onafhankelijk gewaarborgde kwaliteit van de forensisch onderzoeker en diens rapportages aan de hand van (inter-)nationale forensisch-specifieke normen.
Deel I. Omlijning Forensisch Financieel Onderzoek
Een forensisch financieel onderzoek bestaat uit het verzamelen en analyseren van feiten en het analyseren van omstandigheden die relevant zijn als er een vermoeden is van niet naleving van wet- en regelgeving/contractuele bepalingen of bij een (potentieel) geschil, met een financiële of economische component.
Forensisch financieel onderzoek heeft als doel om inzicht te verschaffen in bepaalde feiten en omstandigheden in een financiële context die zich op een bepaald moment, of in een bepaalde periode, hebben voorgedaan en die mogelijk betrekking hebben op niet naleving van wet- en regelgeving/contractuele bepalingen (en de gevolgen ervan). Het forensisch financiële onderzoek kan een onderzoek betreffen naar de gedragingen van natuurlijke en/of rechtspersonen en/of andere entiteiten binnen een financiële context.
Een forensisch financieel onderzoek wordt uitgevoerd door een deskundige in opdracht van een opdrachtgever. Dit is de autoriteit, organisatie of persoon die het forensisch onderzoek aanvraagt. Een forensisch financieel onderzoek wordt, naast de eisen die in dit document zijn vastgesteld, uitgevoerd op basis van de eigen gedrags- en beroepsregels inclusief standaarden en handreikingen die van toepassing zijn op de desbetreffende deskundige. Vooralsnog is het deskundigheidsgebied Forensisch Financieel Onderzoek binnen het NRGD geopend voor accountants (die aan de registratie-eisen voldoen). Mogelijk kunnen in de toekomst ook andere beroepsbeoefenaren zich inschrijven op dit deskundigheidsgebied.
Het forensisch financieel onderzoek mondt uit in een schriftelijk rapport van Feitelijke bevindingen en, indien mogelijk, tevens Conclusies (zie Begrippenlijst Forensisch Financieel Onderzoek). Het schriftelijk rapport is veelal bedoeld voor gebruik in een juridische procedure of geschil. Het rapport mondt niet uit in een Juridische kwalificatie (zie Begrippenlijst Forensisch Financieel Onderzoek), dat is voorbehouden aan de opdrachtgever.
Forensisch financieel onderzoek bevat verschillende kernactiviteiten. In de volgende opsomming wordt een niet limitatief aantal voorbeelden gegeven van het type onderzoek dat uitgevoerd kan worden door een forensisch financieel deskundige.
Het betreft bijvoorbeeld onderzoek naar:
- De toedracht van gebeurtenissen met een financiële component, zoals vermeende integriteitsschendingen met een financiële component, vermoedens van fraude, persoonlijke verrijking.
- De financiële omvang en impact van gebeurtenissen, zoals vermoedens van; ongeoorloofde prijsafspraken, manipulatie van beurskoersen, wederrechtelijk verkregen voordeel of verwijtbare begrotingsoverschrijdingen.
- De gangbaarheid van een bepaalde handelswijze, juridische vorm en/of procedure in het economisch verkeer.
- De kwaliteit van fraudepreventiesystemen, zoals (de opzet van) een systeem van interne beheersing, of een compliance systeem.
- Het functioneren van bestuurlijke of toezichthoudende organen in organisaties waar mogelijk criminaliteit met een financiële of economische component heeft plaatsgevonden.
Per onderzoek wordt, afhankelijk van de onderzoeksvragen, een keuze gemaakt welke onderzoeksmethoden, -technieken en/of -middelen passend zijn. Hieronder kunnen administratief onderzoek, interviews, waarnemingen, data-analyse, open bronnen onderzoek, IT onderzoek, inventarisaties, analyse van documenten en onderzoek bij derden vallen.
In het forensisch financieel onderzoek worden de werkzaamheden gericht op het onderzoeken van feiten en omstandigheden met een financiële component. In forensisch financiële onderzoeken kunnen door de forensisch financieel deskundige – afhankelijk van de onderzoeksvragen - ook andere deskundigheidsgebieden ingeschakeld worden.
Het is zaak dat de deskundige zich bewust is van de grenzen van haar/zijn eigen vakbekwaamheid en goed weet wanneer andere deskundigen ingeschakeld dienen te worden, c.q. moeten worden toegevoegd aan het team.
Indien het onderzoek bijvoorbeeld (forensische) IT-aspecten, juridische aspecten, waarderingsaspecten of data-aspecten een rol spelen die specifieke deskundigheid vereisen, en die de deskundige niet zelf heeft, dan betrekt zij/hij een professional van dit deskundigheidsgebied.
Bovenstaande opsomming beoogt een illustratie te geven van de grenzen van het deskundigheidsgebied en is niet limitatief.
5.1 Registratie
Het register zal de desbetreffende deskundige vermelden als een deskundige op het gebied van Forensisch Financieel Onderzoek.
5.2 Deeldeskundigheidsgebieden
Niet van toepassing.
Deel II. Registratie-eisen Forensisch Financieel Onderzoek
De algemene (her-)registratie-eisen zijn hierna in cursief opgenomen met een verwijzing naar artikel 12 lid 2 van het Besluit register deskundige in strafzaken (Brdis). Dit besluit vormt de basis voor de eisen waaraan deskundigen in strafzaken moeten voldoen. Deze eisen kunnen zich ook lenen voor deskundigen die rapporteren in de civiele en bestuurlijke rechtspraak.
Een deskundige wordt bij aanvraag slechts als deskundige in het register ingeschreven wanneer hij naar het oordeel van het College:
- beschikt over voldoende kennis van en ervaring binnen het eigen deskundigheidsgebied waarop de aanvraag betrekking heeft;
- beschikt over voldoende kennis van en ervaring in het desbetreffende rechtsgebied en voldoende bekend is met de positie en de rol van de deskundige daarin;
- in staat is de opdrachtgever inzicht te bieden in de vraag of en zo ja, in hoeverre de vraagstelling van de opdrachtgever voldoende helder en onderzoekbaar is om deze vanuit zijn specifieke deskundigheid te kunnen beantwoorden;
- in staat is op basis van de vraagstelling volgens de daarvoor geldende maatstaven een onderzoeksplan op te stellen en uit te voeren;
- in staat is onderzoeksmaterialen en –gegevens in een forensische context volgens de daarvoor geldende maatstaven te verzamelen, vast te leggen, te interpreteren en te beoordelen;
- in staat is om de geldende onderzoeksmethoden in een forensische context volgens de daarvoor geldende maatstaven toe te passen;
- in staat is zowel schriftelijk als mondeling over de opdracht en elk ander relevant aspect van zijn deskundigheid gemotiveerd, controleerbaar en in voor de opdrachtgever begrijpelijke bewoordingen te rapporteren;
- in staat is een opdracht te voltooien binnen de daarvoor gestelde of afgesproken termijn;
- in staat is zijn werkzaamheden als deskundige onafhankelijk, onpartijdig, zorgvuldig, vakbekwaam en integer te verrichten.
Bij alle artikelen (a tot en met i) is kennis van bepaalde maatstaven en/of gedrags- en beroepsregels vereist. Bij deze artikelen sluit het NRGD aan bij de beroepsorganisatie voor accountants, de NBA. De richtlijnen, handreikingen, gedrags- en beroepsregels die op moment van aanvraag van kracht zijn, worden als bekend verondersteld.
(…) beschikt over voldoende kennis van en ervaring binnen het eigen deskundigheidsgebied waarop de aanvraag betrekking heeft.
1.1. Aanvraag tot initiële registratie: zelfstandig rapporteur
Basiseisen
- een registratie in het accountantsregister als RA / AA;
- minimaal vijf jaar werkervaring als RA / AA, na registratie in het accountantsregister;
- gemiddeld veertig uur per jaar in de afgelopen vijf jaar besteed aan forensisch relevante deskundigheidsbevordering (bijvoorbeeld door publicaties, het bijwonen van congressen, het geven of volgen van cursussen of trainingen);
- in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag bij minimaal vijf Zaaksrapporten, waarop collegial review is toegepast, vaktechnisch verantwoordelijk geweest (zie Begrippenlijst Forensisch Financieel Onderzoek).
1.2. Aanvraag tot initiële registratie: ‘rapporteur geen eigen werk’
Basiseisen
- een registratie in het accountantsregister als RA / AA;
- minimaal twee jaar werkervaring als RA / AA, na registratie in het accountantsregister;
- gemiddeld veertig uur per jaar in de afgelopen twee jaar besteed aan forensisch relevante deskundigheidsbevordering (bijvoorbeeld door publicaties, het bijwonen van congressen, het geven of volgen van cursussen of trainingen).
- in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag bij minimaal drie Zaaksrapporten onder supervisie gerapporteerd.
1.3. Vervallen
-
1.4. Aanvraag om herregistratie: na onvoorwaardelijke registratie
Basiseisen:
- een registratie in het accountantsregister als RA / AA;
- gemiddeld 40 uur per jaar in de afgelopen 5 jaar te hebben besteed aan forensisch relevante deskundigheidsbevordering (bijvoorbeeld door publicaties, het bijwonen van congressen, het geven of volgen van cursussen of trainingen).
- in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag bij minimaal vijf Zaaksrapporten, waarop collegial review is toegepast, vaktechnisch verantwoordelijk geweest.
1.5. Aanvraag om herregistratie: na voorwaardelijke registratie
Basiseisen:
- een registratie in het accountantsregister als RA / AA;
- gemiddeld 40 uur per jaar in de afgelopen twee jaar te hebben besteed aan forensisch relevante deskundigheidsbevordering (bijvoorbeeld door publicaties, het bijwonen van congressen, het geven of volgen van cursussen of trainingen).
- in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag bij minimaal drie Zaaksrapporten, waarop collegial review is toegepast, vaktechnisch verantwoordelijk geweest.
1.6. Aanvraag na afwijzing of na van rechtswege verlopen registratie
Een aanvrager kan gebruik maken van de mogelijkheid om versneld een aanvraag na afwijzing te doen. Binnen twee jaar na afwijzing van de aanvraag kan een nieuwe aanvraag ingediend worden onder voorwaarden die op de volgende punten afwijken:
- De aanvrager overlegt 3 Zaaksrapporten die door haar/hem c.q. onder haar/zijn Vaktechnische verantwoordelijkheid zijn opgesteld na de eerdere afwijzing door het College.
-
De aanvrager overlegt daarbij ook de verslagen van supervisie en/of collegial review behorend bij deze Zaaksrapporten (volgens een NRGD-format).
-
Een mondelinge toetsing zal altijd plaatsvinden.
-
De toetsingsadviescommissie en het College mogen het adviesformulier van de voorgaande toetsingsadviescommissie inzien.
-
De overige eisen blijven onverkort van kracht en de aanvrager kan na een afwijzing maar éénmaal gebruik maken van deze versnelde route.
(…) beschikt over voldoende kennis van en ervaring in het desbetreffende rechtsgebied en voldoende bekend is met de positie en de rol van de deskundige daarin.
De kennis van het betreffende rechtsgebied, alsmede de positie en rol van de deskundige daarin blijkt uit een titel als RA/AA. De ervaring met het betreffende rechtsgebied, alsmede de positie en rol van de deskundige daarin moet blijken uit de Zaaksrapporten die worden overlegd.
(…) in staat is de opdrachtgever inzicht te bieden in de vraag of en zo ja, in hoeverre de vraagstelling van de opdrachtgever voldoende helder en onderzoekbaar is om deze vanuit zijn specifieke deskundigheid te kunnen beantwoorden.
(…) in staat is op basis van de vraagstelling volgens de daarvoor geldende maatstaven een onderzoeksplan op te stellen en uit te voeren.
(…) in staat is onderzoeksmaterialen en –gegevens in een forensische context volgens de daarvoor geldende maatstaven te verzamelen, vast te leggen, te interpreteren en te beoordelen.
(…) in staat is om de geldende onderzoeksmethoden in een forensische context volgens de daarvoor geldende maatstaven toe te passen.
(…) in staat is zowel schriftelijk als mondeling over de opdracht en elk ander relevant aspect van zijn deskundigheid gemotiveerd, controleerbaar en in voor de opdrachtgever begrijpelijke bewoordingen te rapporteren.
Een aanvrager dient in het bijzonder:
- in staat te zijn een taalkundig correct, ook voor niet vakgenoten, begrijpelijk en leesbaar rapport te schrijven en daarbij neutrale formuleringen te gebruiken;
- in staat te zijn bij de opzet en de indeling van het rapport de principes van het vigerende model deskundigenbericht toe te passen;
- zich bij het rapporteren steeds bewust te zijn van de reikwijdte van het rapport, zoals de beeldvorming die de rapportage van de onderzochte kan oproepen en de consequenties daarvan voor de besluitvorming van de opdrachtgever (bijvoorbeeld in de sfeer van de bewijsvoering);
- in staat te zijn op heldere wijze voorlichting over het deskundigheidsgebied en de onderzoeksbevindingen te geven aan de opdrachtgever die daarom verzoekt;
- in staat te zijn, op basis van de resultaten, aan een leek te rapporteren over een interpretatie en Conclusie (zowel schriftelijk als mondeling).
(…) in staat is een opdracht te voltooien binnen de daarvoor gestelde of afgesproken termijn.
(…) in staat is zijn werkzaamheden als deskundige onafhankelijk, onpartijdig, zorgvuldig, vakbekwaam en integer te verrichten.
De aanvrager dient zich aanvullend te houden aan de Gedragscode NRGD die door het College gerechtelijk deskundigen is vastgesteld.
Het College kan een registratie-eis buiten toepassing laten of daarvan afwijken als toepassing tot een zeer onredelijk resultaat zou leiden. De hardheidsclausule kan alleen in uitzonderlijke situaties uitkomst bieden. Het ligt op de weg van de aanvrager om zelf feiten en omstandigheden aan te voeren dat in zijn specifieke geval een bepaalde registratie-eis onredelijk is.
Deel III. Toetsingsprocedure
Voor alle deskundigheidsgebieden geldt dat de toetsing plaatsvindt op basis van schriftelijke stukken, waaronder in ieder geval Zaaksrapporten en bewijsstukken, in beginsel aangevuld met een mondelinge toetsing. Van deze mondelinge toetsing kan worden afgezien indien de deskundigheid van de aanvrager reeds duidelijk is gebleken uit de schriftelijke stukken.
De toetsing geschiedt in beginsel op basis van de informatie die de aanvrager heeft verstrekt:
- algemene gegevens als onderdeel van het aanvraagpakket;
- bewijsstukken van competentie.
Indien dit in het kader van de toetsing noodzakelijk wordt gevonden, kan een extra zaaksrapport en/of informatie worden opgevraagd, bijvoorbeeld informatie over de manier waarop collegial review en/of supervisie binnen de organisatie is geregeld.
1.1 Vertrouwelijkheid
Voor de aanvragers is het uitermate belangrijk dat haar/zijn rapportages vertrouwelijk behandeld worden. Het NRGD neemt daarom verschillende maatregelen om deze vertrouwelijkheid te kunnen borgen:
- Het NRGD maakt ter ondersteuning van het registratieproces gebruik van beveiligde IT-systemen. Er zijn passende maatregelen genomen met betrekking tot autorisaties, toegang tot, en de encryptie, het bewaren en de opslag van de data. De IT-systemen zijn extern geaudit, draaien binnen Europa en worden regelmatig geüpdatet. Toegang van externen (toetsers) tot de data is alleen mogelijk wanneer een geautoriseerde medewerker van het Bureau NRGD de desbetreffende toetsers toegang geeft tot de data. Dit gebeurt door de data voor een vooraf vastgestelde periode binnen een beveiligde omgeving te delen. Externen (toetsers) kunnen de data alleen raadplegen binnen de beveiligde omgeving, downloaden en printen van de data is niet mogelijk. Medewerkers en toetsers die niet betrokken zijn bij de toetsing, hebben, in beginsel, geen toegang tot de data. Al het verkeer binnen onze IT-systemen wordt gemonitord.
- Alle medewerkers van het Bureau NRGD hebben als ambtenaar de eed/belofte afgelegd en een geheimhoudingsverklaring ondertekend. De toetsers hebben ook een geheimhoudingsovereenkomst getekend.
- Ondanks alle genomen veiligheidsmaatregelen wordt aanvragers gevraagd om de rapportages geanonimiseerd aan te leveren, op basis van de ‘richtlijn anonimiseren’.
- Het NRGD gaat bewust en zorgvuldig om met persoonsgegevens, zoals men van een overheidsinstelling mag verwachten. Hierover leest u meer in de privacyverklaring.
2.1. Aanvraag tot initiële registratie: zelfstandig rapporteur
Te overleggen stukken:
- Aanvraagformulier NRGD;
- Verklaring Omtrent het Gedrag (niet ouder dan drie maanden);
- Een goed leesbare kopie van een geldig paspoort of identiteitskaart;
- Een curriculum vitae;
- Overzicht activiteiten in het kader van de deskundigheidsbevordering;
- Bewijs van registratie als RA/AA;
- Lijst van Zaaksinformatie FFO. In deze lijst wordt o.a. vermeld op welke datum het onderzoek is gestart en afgesloten, het zaaknummer of het rapport wel/niet is ingebracht in de rechtsgang en de collegial reviewer. Zie voor de uitputtende lijst 'Documenten FFO – Lijst van Zaaksinformatie'.
- Drie Zaaksrapporten die niet ouder zijn dan vijf jaar geselecteerd door de aanvrager zelf uit de Lijst van Zaaksinformatie.
Deze Zaaksrapporten dienen een goed en breed beeld te geven van de competenties van de aanvrager. - Op aanvraag: certificaten van (bekwaamheids-)testen van de gevolgde cursussen.
Toetsingswijze:
- fase a. administratief, door het Bureau NRGD;
- fase b. inhoudelijk, door een toetsingsadviescommissie (TAC) van ten minste drie personen op basis van het beschikbare schriftelijke materiaal, inclusief eventuele aanvullende schriftelijke informatie. Deze TAC bestaat in beginsel uit een jurist en twee vakinhoudelijke toetsers;
- fase c. inhoudelijk, door de dezelfde TAC door middel van een mondelinge toetsing. Van deze mondelinge toetsing wordt afgezien indien de deskundigheid van de aanvrager in fase b duidelijk is gebleken;
- fase d. beslissing van het College: registratie, voorwaardelijke registratie of geen registratie.
2.2. Aanvraag tot initiële registratie: ‘rapporteur geen eigen werk’
Te overleggen stukken:
- Aanvraagformulier NRGD;
- Verklaring Omtrent het Gedrag (niet ouder dan drie maanden);
- Een goed leesbare kopie van een geldig paspoort of identiteitskaart;
- Een curriculum vitae;
- Overzicht van activiteiten in het kader van de deskundigheidsbevordering;
- Bewijs van registratie als RA/AA;
- Lijst van Zaaksinformatie FFO; In deze lijst wordt o.a. vermeld op welke datum het onderzoek is gestart en afgesloten, het zaaknummer of het rapport wel/niet is ingebracht in de rechtsgang en de collegial reviewer. Zie voor de uitputtende lijst 'Documenten FFO – Lijst van Zaaksinformatie'.
- Twee Zaaksrapporten die niet ouder zijn dan drie jaar geselecteerd door de aanvrager zelf uit de Lijst van Zaaksinformatie.
Deze Zaaksrapporten dienen een goed en breed beeld te geven van de competenties van de aanvrager. - Op aanvraag: certificaten van (bekwaamheids-)testen van de gevolgde cursussen.
Toetsingswijze:
- fase a. administratief, door het Bureau NRGD;
- fase b. inhoudelijk, door een toetsingsadviescommissie (TAC) van ten minste twee personen op basis van het beschikbare schriftelijke materiaal, inclusief eventuele aanvullende schriftelijke informatie. Deze TAC bestaat in beginsel uit een jurist en een vakinhoudelijke toetser;
- fase c. inhoudelijk, door dezelfde TAC waaraan één vakinhoudelijke toetser wordt toegevoegd, op basis van het beschikbare schriftelijke materiaal. Hiervan wordt afgezien indien de TAC in fase b unaniem tot een positief advies aan het College komt;
- fase d. inhoudelijk, door de in fase c bedoelde TAC door middel van een mondelinge toetsing. Van deze mondelinge toetsing wordt afgezien indien de deskundigheid van de aanvrager in fase c duidelijk is gebleken;
- fase e. beslissing van het College: voorwaardelijke registratie of geen registratie.
2.3. Aanvraag tot initiële registratie: ‘rapporteur geen eigen werk’: na erkende opleiding
Vervallen.
2.4. Aanvraag om herregistratie: na onvoorwaardelijke registratie
Te overleggen stukken:
- Aanvraagformulier NRGD;
- Verklaring Omtrent het Gedrag (niet ouder dan drie maanden);
- Een goed leesbare kopie van een geldig paspoort of identiteitskaart;
- Een curriculum vitae;
- Overzicht van activiteiten in het kader van de deskundigheidsbevordering;
- Bewijs van registratie als RA/AA;
- Lijst van Zaaksinformatie FFO; In deze lijst wordt o.a. vermeld op welke datum het onderzoek is gestart en afgesloten, het zaaknummer of het rapport wel/niet is ingebracht in de rechtsgang en de collegial reviewer. Zie voor de uitputtende lijst 'Documenten FFO – Lijst van Zaaksinformatie'.
- Drie Zaaksrapporten die niet ouder zijn dan vijf jaar geselecteerd door de aanvrager zelf uit de Lijst van Zaaksinformatie.
Deze Zaaksrapporten dienen een goed en breed beeld te geven van de competenties van de aanvrager. - Op aanvraag: certificaten van (bekwaamheids-)testen van de gevolgde cursussen.
Toetsingswijze:
- fase a. administratief, door het Bureau NRGD;
- fase b. inhoudelijk, door een toetsingsadviescommissie (TAC) van ten minste twee personen op basis van het schriftelijke beschikbare materiaal. Deze TAC bestaat in beginsel uit een jurist en een vakinhoudelijke toetser;
- fase c. inhoudelijk, door dezelfde TAC waaraan één vakinhoudelijke toetser wordt toegevoegd, op basis van het beschikbare schriftelijke materiaal. Hiervan wordt afgezien indien de TAC in fase b unaniem tot een positief advies aan het College komt;
- fase d. inhoudelijk, door de in fase c bedoelde TAC door middel van een mondelinge toetsing. Van deze mondelinge toetsing wordt afgezien indien de deskundigheid van de aanvrager in fase c duidelijk is gebleken;
- fase e. beslissing van het College: registratie, voorwaardelijke registratie of geen registratie.
2.5 Aanvraag om herregistratie: na voorwaardelijke registratie
Te overleggen stukken:
- Aanvraagformulier NRGD;
- Verklaring Omtrent het Gedrag (niet ouder dan drie maanden);
- Een goed leesbare kopie van een geldig paspoort of identiteitskaart;
- Een curriculum vitae;
- Overzicht van activiteiten in het kader van de deskundigheidsbevordering;
- Bewijs van registratie als RA/AA;
- Lijst van Zaaksinformatie FFO; In deze lijst wordt o.a. vermeld op welke datum het onderzoek is gestart en afgesloten, het zaaknummer of het rapport wel/niet is ingebracht in de rechtsgang en de collegial reviewer. Zie voor de uitputtende lijst 'Documenten FFO – Lijst van Zaaksinformatie'.
- Drie Zaaksrapporten die niet ouder zijn dan drie jaar geselecteerd door de aanvrager zelf uit de Lijst van Zaaksinformatie.
Deze Zaaksrapporten dienen een goed en breed beeld te geven van de competenties van de aanvrager. - Op aanvraag: certificaten van (bekwaamheids-)testen van de gevolgde cursussen.
Toetsingswijze:
- fase a. administratief, door het Bureau NRGD;
- fase b. inhoudelijk, door een toetsingsadviescommissie (TAC) van ten minste drie personen op basis van het schriftelijke beschikbare materiaal. Deze TAC bestaat in beginsel uit een jurist en twee vakinhoudelijke toetsers;
- fase c. inhoudelijk, door dezelfde TAC door middel van een mondelinge toetsing. Van deze mondelinge toetsing wordt afgezien indien de deskundigheid van de aanvrager in fase b duidelijk is gebleken;
- fase d. beslissing van het College: registratie, voorwaardelijke registratie of geen registratie.
Aanvraag na afwijzing of na van rechtswege verlopen registratie (fast-track)
Te overleggen stukken:
- Aanvraagformulier NRGD;
- Verklaring Omtrent het Gedrag (niet ouder dan drie maanden);
- Een geüpdatet curriculum vitae;
- Overzicht van activiteiten in het kader van de deskundigheidsbevordering;
- Lijst van Zaaksinformatie; In deze lijst wordt o.a. vermeld op welke datum het onderzoek is gestart en afgesloten, het zaaknummer of het rapport wel/niet is ingebracht in de rechtsgang en de collegial reviewer. Zie voor de uitputtende lijst 'Documenten FFO – Lijst van Zaaksinformatie'.
- Drie Zaaksrapporten die niet ouder zijn dan drie jaar geselecteerd door de aanvrager zelf uit de Lijst van Zaaksinformatie.
Deze Zaaksrapporten dienen een goed en breed beeld te geven van de competenties van de aanvrager. - Eventueel op aanvraag: certificaten van (bekwaamheids-)testen van de gevolgde cursussen.
Toetsingswijze:
- fase a. administratief, door het Bureau NRGD;
- fase b. inhoudelijk, door een toetsingsadviescommissie (TAC) van ten minste drie personen op basis van het beschikbare schriftelijke materiaal, inclusief eventuele aanvullende schriftelijke informatie. Deze TAC bestaat in beginsel uit een jurist en twee vakinhoudelijke toetsers;
- fase c. inhoudelijk, door dezelfde TAC door middel van een mondelinge toetsing. Van deze mondelinge toetsing wordt afgezien indien de deskundigheid van de aanvrager in fase b duidelijk is gebleken;
- fase d. beslissing van het College: voorwaardelijke registratie of geen registratie.