'Ik hoop dat EUREX helpt fouten toe te geven en te herstellen'

‘Als ik een rapport of artikel schrijf, moet ik duidelijk maken hoe vaak sprake is van gerechtelijke dwalingen. Dan haal ik er Amerikaanse cijfers bij en krijg ik vaak de vraag hoe het dan zit in Nederland en in Europa. En zo ontstond het idee een Europese databank op te bouwen.’

Linda Geven is assistent professor rechtspsychologie aan de Universiteit Leiden. Samen met collega-rechtspsychologen Jenny Schell-Leugers en Teresa Schneider stond ze aan de wieg van EUREX, de Europese databank voor gerechtelijke dwalingen. Die overtreft de eerste verwachtingen en bevat inmiddels 123 zaken uit 17 landen. Maar om louter aantallen is het de bedenkers niet te doen. Een gesprek over fouten, herziening en de verschillen en overeenkomsten tussen Europa en de Verenigde Staten.

‘Het gaat om meer zaken dan we eerst dachten. We wilden ons aanvankelijk beperken tot een paar landen, maar intussen zijn dat er dus al veel meer. Je zou best kunnen zeggen dat EUREX uit de hand is gelopen. Maar als je het doet, dan ook maar meteen goed, vonden we. En het gaat ons niet om aantallen alleen, al hebben we die nodig als onderzoeksmateriaal. We moesten meer vragen beantwoorden, zoals de juridische definities waar we tegenaan liepen. Wat verstaan de afzonderlijke landen onder ‘gerechtelijke dwaling’? Dat is relevant, want wat tel je mee als dwaling en wat niet? Voor goede data moeten dat soort begrippen en definities in juridisch opzicht kloppen, zodat zaken in wetenschappelijk opzicht vergelijkbaar zijn. Speciaal daarvoor hebben we een aantal maanden een juridisch medewerker ingezet.’

Hoe gaan jullie praktisch te werk?

‘We concentreren ons op de cijfers en statistieken. In principe spreken we geen vrijgesproken mensen. We hebben veertien Nederlandse gerechtelijke dwalingen opgenomen in EUREX. Voor zaken uit andere landen zoeken we contact met experts en onderzoekers uit de landen, zoals rechters, professoren, of rechtspsychologen. In Italië zijn er twee journalisten die veel onderzoeken naar gerechtelijke dwalingen hebben gedaan en hebben bijgedragen. We spreken niet alle Europese talen, dus soms moeten we bij het verzamelen van zaken vertrouwen op informatie van anderen.

Verzamelen is echter maar het begin. We willen met EUREX verder kijken, naar de data en naar eventuele patronen en kwetsbaarheden. Zo willen we bij valse bekentenissen weten hoe vaak iemand is verhoord. Hoe lang duurden die verhoren? Op welk moment bekent iemand? En we kijken ook naar de rechters en aanklagers die bij de zaak betrokken waren. Zijn daar patronen te zien? Eigenlijk willen we alles van het hele proces weten. Zeker rond valse bekentenissen, waarvan blijkt dat die vaker voorkomen dan we dachten. Uit Amerikaans onderzoek is naar voren gekomen dat als er meerdere fouten in een dossier voorkomen, de bekentenis vaak het eerste foutje was en het bewijs daar als het ware bij wordt gezocht. De zaak wordt in zo’n geval kloppend gemaakt, terwijl eventueel ontlastende informatie onvoldoende wordt meegenomen in het dossier. Met circa 35 procent vormen valse bekentenissen in EUREX de grootste categorie onder de gerechtelijke dwalingen. Het percentage komt overeen met Amerikaanse cijfers. EUREX lijkt in veel opzichten op het National Registry of National Registry of Exonerations uit de Verenigde Staten. Want dat is een andere bevinding: Europese en Amerikaanse data verschillen niet zo erg van elkaar, tenminste wat betreft de onderliggende factoren van dwalingen. De aantallen en de strafmaat lopen wel erg uiteen.’

Wat willen jullie met het register bereiken, afgezien van onderzoek?

‘We willen op Europees niveau in elk geval aandacht vragen voor gerechtelijke dwalingen en het belang van herziening. Zodat mensen ervan weten, al komt het niet vaak voor dat je wordt veroordeeld voor iets dat je niet hebt gedaan. Als je schuldig bent en terugkomt in de maatschappij, heb je reclassering en heb je allerlei mensen die je helpen. Maar als je onschuldig bent, word je uit hechtenis ontslagen en keer je zonder begeleiding terug in de samenleving: ‘Sorry, zoek het maar uit.’ We weten dat onschuldig veroordeelden vaak moeite hebben met het vinden van een woning, werk, of het opnieuw opbouwen van hun sociale netwerk. We hopen dat het register helpt fouten in procedures op te sporen en het systeem te verbeteren. En we hopen dat het bewustzijn groeit over gerechtelijke dwalingen in de deelnemende landen. Neem Kroatië, waar net een nieuw project is gestart. Mensen accepteren nog niet helemaal dat er in hun land gerechtelijke dwalingen voorkomen. Als je dan weet dat die overal in Europa voorkomen en dat je daar iets aan kunt doen, hoop ik dat het makkelijker wordt voor de rechterlijke macht daar aan toe te geven. Bij gerechtelijke dwalingen gaat het om universele factoren, zoals de manier waarop we ooggetuigen bevragen. Ik hoop en geloof dat EUREX het makkelijker maakt patronen en kwetsbaarheden te herkennen, fouten toe te geven en het belang van herzieningsprocedures te onderstrepen.’

Gebruiken jullie EUREX bij het onderzoek naar valse bekentenissen?

Er zijn raakvlakken, maar als onderzoek staat EUREX staat op zichzelf. We hebben alle EUREX-dossiers en informatie niet, terwijl je die bij rechtspsychologisch onderzoek juist nodig hebt. Dan bestudeer je alle informatie die voorhanden is. Het héle dossier lezen, álle verhoren terugkijken en bij alles vragen: ‘Is dit een suggestieve vraag? Hoe zit de verdachte in het verhoor? Wat voor soort verdachte hebben we hier? In welke omstandigheden vindt het verhoor plaats?’ Ook wat je niet ziet op de opname, kan invloed hebben op wat iemand zegt. En dat kan subtiel liggen. Ik deed met gevorderde rechtenstudenten een klein experiment waarbij ze stellingen kregen over rechtspsychologie en valse bekentenissen. Daar waren ze dan op papier best goed in. Vervolgens gaven we ze een fictief strafdossier. Een uitwerking van een verhoor waar we allerlei dingen in hadden gestopt, zoals dat de verdachte speciaal onderwijs had gevolgd. We weten dat er verband bestaat tussen intelligentie en de mate waarin mensen gevoelig zijn voor suggestie, wat ze kwetsbaarder maakt voor valse bekentenissen. Dat soort dingen. De studenten pikten daar weinig van op, terwijl ze dat wel hebben geleerd. Als het voor je ligt, verstopt in een dossier, ga je er zo aan voorbij. Dat is waar we in de rechtspsychologie op aanhaken. Maar daarvoor heb je dus het dossier nodig en dat hebben we bij EUREX niet. De database gaat zeker nieuwe inzichten opleveren, waar we dan weer gericht experimenteel rechtspsychologisch onderzoek naar kunnen doen, maar staat dus los van rechtspsychologisch onderzoek naar valse bekentenissen.’

Wat waren de reacties na de oprichting van EUREX?

‘De meeste reacties kwamen uit Amerika. Die zeiden: ‘Goed dat dit nu ook in Europa komt.’ Ook Europeselanden zelf reageren positief. Ik hoop vooral dat mensen inzien wat we met de databank kunnen doen. Dat het er niet om gaat te roepen dat we 120 gerechtelijke dwalingen hebben opgenomen, maar dat we onderzoeken waar het mis gaat en helpen het systeem te verbeteren. In sommige reacties op EUREX werd alles betrokken op de Nederlandse situatie, maar ik denk dat we het hier best goed doen. Ook dankzij het deskundigenregister en de rol die het NRGD speelt binnen de strafrechtketen. We hebben genormeerde expertisegebieden en gecertificeerde deskundigen en de Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS). Ook in Nederland kan het altijd beter, maar wij voeren al een publiek debat over dwalingen en er zijn ook kamervragen over gesteld. Mensen zeiden: ‘Wat goed dat Nederland veertien onterechte veroordelingen heeft, want dat betekent dat er herzieningen zijn en dat die worden toegekend.’ Dat vond ik opvallend. We zien herziening als iets positiefs, maar het blijven menselijke fouten.’

Kan overal in Europa om herziening worden gevraagd?

‘In de meeste landen wel. Maar vaak gelden er allerlei formele eisen die het praktisch zo goed als onmogelijk maken om herziening te vragen, laat staan dat zo’n verzoek wordt toegekend. Neem Frankrijk, een groot land met 67 miljoen inwoners. Dat heeft maar elf herzieningszaken. Duitsland telt meer herzieningsverzoeken, misschien omdat de lat daar lager ligt. Maar het verschilt erg hoe moeilijk het is een herzieningsprocedure te voeren. Misschien zou elk land een instantie moeten hebben waar je je zaak kunt aandragen voor herziening. Of moeten we toe naar een algemene, Europese richtlijn? Zodat het niet uitmaakt of je in Nederland woont, in Duitsland, of in Frankrijk, als het gaat om de indiening van een herzieningsverzoek.’

Laten de cijfers in EUREX zien dat er sprake is van verbetering?

‘Van de zaken in EUREX ligt het merendeel van de gerechtelijke dwalingen, zo’n 80 procent, voor 2007. Ik meen dat de meest recente zaak stamt uit 2017. Maar omdat we ook weten dat herzieningsprocedures heel lang kunnen duren, zal het aantal nog wel toenemen. We kunnen ook berekenen hoe lang het gemiddeld duurt voor een zaak tot een herziening komt. Maar ik ben er niet van overtuigd dat er tegenwoordig geen fouten meer worden gemaakt, ook omdat niet iedere gerechtelijke dwaling wordt rechtgezet. Sommige mensen komen daaraan niet toe omdat ze geen financiële middelen hebben, of geen advocaat kunnen vinden. Om hoeveel zaken het gaat, weten we niet precies, wat ook samenhangt met de juridische definitie van ‘gerechtelijke dwaling’ die je hanteert. Stel dat het maar in 1 procent van de verhoren tot een valse bekentenis komt, dan zijn dat nog steeds meer zaken dan de 120 die we nu in Europa hebben gevonden en in EUREX hebben opgenomen. Veel mensen zijn nog bezig met een herzieningsprocedure, zoals in het geval van de Arnhemse villamoord. We weten dat de verhoren niet zijn verlopen volgens de huidige voorschriften, maar dat zijn zaken die nu niet in het register staan. Of een zaak tot herziening komt, hangt af van veel factoren, die ook van persoonlijke aard zijn. Stel dat je na jaren uit de gevangenis komt. Heb je dan nog energie en middelen om een lang en moeizaam herzieningsproces te doen? Of wil je alles liever achter je laten?’

Hoe kan het NRGD EUREX helpen?

‘Het NRGD kan een belangrijke rol spelen bij het opstellen van richtlijnen van wat we zien als wetenschappelijk. Wat we verstaan onder forensische fouten en welke eisen je stelt aan een deskundige. Of aan protocollering en kwaliteitswaarborgen, zoals dat je een rapport laat tegenlezen door een collega. Een kritische blik helpt, zodat je een meer wetenschappelijk verantwoorde rapportage aan een rechter kunt presenteren. In de VS zie je soms dat twee experts compleet tegenover elkaar staan en later blijkt dat een van de twee helemaal geen papieren had waaruit blijkt dat hij of zij zich deskundig mag noemen. In Europees verband kunnen we dan vertellen hoe we in Nederland gebruik maken van het NRGD, om te waarborgen dat experts die in een zaak optreden werkelijk deskundig zijn en blijven, door zich bij te scholen. In die zin liggen NRGD en EUREX dus in elkaars verlengde, ook al vormt EUREX geen onderdeel van de strafrechtketen.’

Waar hoop je dat EUREX over tien jaar staat?

‘Natuurlijk hoop ik dat we dan een completer beeld hebben van het aantal gerechtelijke dwalingen in Europa en de factoren die daaraan bijdragen. Ik hoop ook dat we dan meer vrijspraken hebben dan nu. Dat het eenvoudiger is om herziening te vragen en het meer geaccepteerd wordt om te zeggen: ‘We hebben een fout gemaakt. Maar dat hebben we rechtgezet.’ Ik hoop dat dat de insteek wordt. We hebben die databank niet om degenen die actief zijn in de strafrechtketen te pesten, of te wijzen hoeveel fouten ze maken, maar om te laten zien dat dit nu eenmaal gebeurt en in welke gevallen. Ik hoop dat het beleid rond herzieningen dan is aangepast. In de VS heeft onderzoek aangetoond dat jongeren veel vaker vals bekennen dan volwassen verdachten. Dat heeft geleid tot een beleidswijziging. Er mag tijdens een verhoor niet meer worden gelogen tegen minderjarige verdachten. Je mag ze er dus niet inluizen. Als wij zulke dingen met data kunnen aantonen, hoop ik dat we bijdragen aan een beter systeem.

Er kunnen zoveel dingen fout gaan in een strafproces. Maar het is ook verkeerd om een fout aan personen toe te schrijven zonder de rol van het systeem erbij te betrekken. We hebben als maatschappij iets verkeerd gedaan en dat moeten we rechtzetten. Ik lees nu een boek van Mark Godsey, een voormalige aanklager die nu werkt als advocaat en het Ohio Innocence Project opzette. Hij zegt: ‘Ik zat zo in die tunnel van een aanklager die mensen moet veroordelen’. Hij kijkt er nu van een andere kant naar. Ik denk dat het interessant is een dossier van de andere kant te bekijken. Om in plaats van belastende feiten te selecteren, op zoek te gaan naar factoren die iemand vrijpleiten. En in elk geval zorgen dat tegenspraak ook echt tegenspraak is. Ik geef ook wel cursussen waar ik in ga op alles wat er mis kan gaan. Ik probeer dan altijd te laten zien dat er 100 dingen zijn die mis kunnen gaan. Als je dat in je achterhoofd houdt en bij de volgende zaak extra zorgvuldig kijkt en jezelf de vraag stelt ‘Maak ik nu een denkfout?’, zijn we op de goede weg. Als EUREX dat stimuleert, ben ik heel tevreden.’