Het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen is de forensische kwaliteitsorganisatie voor de rechtspraak in Nederland. Samenwerking in binnen- en buitenland staat hierbij voorop. Het NRGD zorgt ervoor dat forensisch onderzoekers en hun rapportages voldoen aan (inter)nationaal geldende normen. Daardoor kunnen belanghebbenden vertrouwen hebben in de kwaliteit van forensisch deskundigenonderzoek.
Als onafhankelijke en transparante organisatie bevordert en waarborgt het NRGD de kwaliteit van de forensische expertise. Ook wordt de ontwikkeling van de kwaliteit van het forensisch veld als geheel gestimuleerd. Het NRGD concentreert zich op regulering, advisering en kennisuitwisseling.
1. Taken van het NRGD
Kwaliteit bevorderen
Het NRGD bevordert forensische deskundigheid door – samen met deskundigen en (inter)nationale ketenpartners – kwaliteitsnormen te ontwikkelen voor een breed spectrum van deskundigheidsgebieden. Per deskundigheidsgebied worden voor wat betreft de vereiste kennis, ervaring en beroepsattitude uniforme, objectieve en transparante normen gesteld.
De kwaliteitsnormen richten zich op verdere kennisontwikkeling. Ter bevordering van professionalisering zullen de gestelde normen dan ook worden doorontwikkeld. Deze aanscherping, uitbreiding en actualisatie van de normen is een middel om de kwaliteit van de geregistreerde deskundigen en van de nieuwe toetreders stapsgewijs door te ontwikkelen en op een nog hoger plan te brengen. Ook wordt waar nodig de organisatie van bij- en nascholing gestimuleerd zodat continue kwaliteitsborging ontstaat en (her)toetsing op efficiënte wijze kan plaatsvinden.
Kwaliteit waarborgen
Het NRGD waarborgt forensische kwaliteit door deskundigen die zich willen laten registreren in het register te toetsen aan de voor het betreffende veld vastgestelde normen en deze toetsing elke vijf jaren te herhalen aan de dan geldende normen. Dit gebeurt door een individuele toets of door erkenning van opleidingen. Het College gerechtelijk deskundigen beslist over toelating tot het register en heeft tevens de bevoegdheid over te gaan tot doorhaling indien een deskundige niet meer aan de normen of de gedragscode voldoet.
Kwaliteit zichtbaar maken
Het NRGD maakt forensische deskundigheid zichtbaar, onder meer door het openbaar maken van de gegevens van geregistreerde deskundigen. Het NRGD heeft daarnaast een vraagbaakfunctie voor gebruikers en deskundigen, echter het bemiddelt niet tussen deskundigen en degenen die deskundigen zoeken. Het kan wel zijn kennis op dit gebied ter beschikking stellen.
2. Het NRGD in 2025
Actualisering normen
Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek (FPPO)
De kwaliteitseisen zijn up-to-date en sluiten aan bij de consensus in het werkveld. Voor de toetsing van een aanvraag om (her)registratie baseert het NRGD zich op de richtlijnen van de beroepsgroep, zoals de in 2024 geactualiseerde richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Het NRGD is actief betroken bij de werkgroep richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Het NRGD werkt aan de doorontwikkeling van de wijze van toetsen, met als doel het verder vergroten van de uniformiteit en inzichtelijkheid van de toetsing en het bevorderen van de efficiency. Het NRGD zet daarnaast in op het verder bevorderen van de kwaliteit van de deskundigen door daarover in gesprek te blijven met de relevante ketenpartners. Het NRGD heeft oog voor de schaarste aan pro Justitia rapporteurs en ziet het belang om zo veel mogelijk rapporteurs te (her)registreren. Pasopgeleide rapporteurs kunnen daarom zonder dubbele toets instromen in het register als een rapporteursopleiding, na een externe visitatie, door het NRGD is erkend. In het kader van de herregistratie verleent het NRGD, waar mogelijk, maatwerk.
DNA
Er is een beperkt aantal geregistreerde deskundigen die DNA-onderzoek op activiteitenniveau uitvoeren. Voor een robuust register met genoeg (contra-)deskundigen, is het NRGD altijd bezig met het zoeken naar meer deskundigen. De focus bij dit gebied is dan ook gericht op het werven van meer (internationale) deskundigen op het gebied van DNA Activity Level. Het NRGD wil graag in 2025 een Intervisie workshop organiseren voor DNA Activity Level op het EAFS waarbij deskundigen kunnen leren van elkaars werk en feedback krijgen op hun eigen werk. Deze workshop zal ook toegankelijk zijn voor gebruikers van het register (rechters, OM, advocatuur) om meer te leren over DNA Activity Level en het beoordelen van dit soort rapportages. Daarmee vergroot het NRGD de kennis bij de gebruiker van dit soort rapportages en kan de deskundige de kwaliteit verhogen op basis van de feedback direct verkregen van de gebruiker. Tot slot hoopt het NRGD hiermee meer deskundigen te motiveren om een aanvraag om registratie in te dienen.
Forensisch Medisch Onderzoek (FMO)
Het veld van FMO was bezig met kwaliteitsverbetering van haar deskundigen en de afgeleverde rapportages. In 2024 is er onrust ontstaan in de beroepsvereniging. Het NRGD zal de veranderingen in het veld nauw in de gaten houden. Daarnaast wil het NRGD de NSPOH-studie Forensisch Geneeskunde laten visiteren en mogelijk erkennen zodat artsen in opleiding bij het halen van hun diploma direct in het register opgenomen kunnen worden.
Schotresten (GSR)
Eind 2022 is het deskundigheidsgebied Gunshot Residue/Schotresten opengesteld. Het aanmelden van deskundigen verliep traag mede door vertrek van deskundigen. In 2025 zullen de voor ons belangrijkste deskundigen getoetst zijn. Geëvalueerd zal worden in hoeverre het beoordelingskader, mogelijk in samenhang met het beoordelingskader Wapens en Munitie, moet worden geactualiseerd.
Handschriftonderzoek
Handschriftonderzoek is een van de eerst geopende deskundigheidsgebieden in het NRGD. Deskundigen gaan met pensioen en het NRGD zet zich in om het register voor dit gebied ook in de toekomst gevuld te houden. In 2025 zal verder geïnvesteerd worden in de opbouw van een (inter)nationaal netwerk om langs die weg het deskundigen- en toetsersbestand aan te vullen en mogelijk ook uit te breiden. Daarbij zal in het bijzonder gefocust worden op het aantrekken van Nederlandstalige toetsers en deskundigen. Gelet op de huidige situatie waarbij het, na pensionering van een aantal deskundigen, nagenoeg ontbreekt aan kennis van handschriftonderzoek, zal hierbij ook de invloed van het Openbaar Ministerie en Ministerie verlangd worden.
Forensisch wapen- en munitieonderzoek (en Gunshot Residue Examination)
Deze twee deskundigheidsgebieden bestaan momenteel in het NRGD naast elkaar met een grijs grensgebied. In het aankomende jaar zal worden onderzocht hoe de afbakening van de gebieden mogelijk kan worden verduidelijkt waardoor het voor meer deskundigen mogelijk zou kunnen zijn om een aanvraag om registratie in te dienen. Daarnaast zal verder worden gewerkt aan uitbreiding van het (inter)nationale netwerk om het deskundigen- en toetsersbestand verder uit te breiden. Daarbij zal de focus liggen op deskundigen die kunnen optreden als contra-deskundige.
Toetsing Wet Wapens & Munitie
Qua omvang in het NRGD een klein gebied, maar qua inhoud bijzonder complex en uitgebreid. Zo moet een deskundige over een uitgebreide wapen-technische kennis beschikken, maar daarnaast ook juridisch onderlegd zijn. Dit gebied heeft immers ook een sterke juridische component. Op dit moment is er slechts één geregistreerde deskundige binnen dat gebied, wiens pensioen nadert. In Nederland is de benodigde kennis om als deskundige in dit gebied op te kunnen treden beschikbaar, maar verdeeld over diverse personen. In 2025 zal verder worden uitgezocht hoe de kennis binnen dit gebied ook in de toekomst beschikbaar kan blijven voor de procespartijen. Daarbij kan worden gedacht aan een mogelijke alternatieve toetsingsmethode of een splitsing van het gebied in twee (of meer) deelgebieden.
Rechtspsychologie
In het afgelopen jaar is veel geïnvesteerd in het uitbreiden van het (inter)nationale netwerk en het toetsersbestand binnen dit gebied. Er is ook een begin gemaakt met de revisie van het Beoordelingskader en het bijbehorende adviesbeoordelingsformulier om meer duidelijkheid te creëren over, bijvoorbeeld, de vereiste wetenschappelijke onderbouwing van deskundigenrapportages. Deze revisie zal in 2025 worden afgerond waarna het aangepaste Beoordelingskader in werking kan treden. Ook zal wederom worden deelgenomen aan het jaarlijkse congres van de European Association of Psychology and Law (EAPL) waarbij mogelijk een vervolg zal worden gegeven aan de rondetafel-sessie die het NRGD in 2023 op datzelfde congres organiseerde.
Forensisch Financieel Onderzoek (FFO)
Het NRGD merkt op dat de complexiteit en de frequentie van financieel-economische criminaliteit blijft toenemen. Dit vereist een steeds hogere mate van specialisatie en kwaliteitsborging binnen de sector. Het NRGD is voornemens om zowel het register als het toetsersbestand volgend jaar uit te breiden. Inmiddels liggen er meerdere aanvragen tot registratie, en hier komen elk kwartaal meer aanvragen bij. Echter, het toetsingsproces is nog niet van start kunnen gaan wegens een gebrek aan inhoudelijk toetsers. Hieraan wordt gewerkt door verschillende individuen aan te schrijven, contact te zoeken met de NBA en via netwerkrelaties nieuwe toetsers te werven. Aangezien ook veel zaken zich afspelen op het civiele recht zou door uitbreiding van het register naar Civiel en Bestuur dit deskundigheidsgebied ook in de breedte kunnen groeien.
Tijdens de laatste toetsingen bleken zowel het Beoordelingskader als het Beoordelingsformulier nog up-to-date, hier wordt volgend jaar dus mee verder gewerkt.
Forensische Pathologie
Het OM zet als opdrachtgever niet meer alleen het NFI in maar ook steeds vaker TMFI/Eurofins. Zo ook bij Forensische Pathologie. Bij dit gebied zal in 2025 vooral de focus liggen op het uitbreiden van het toetsersbestand en het zoeken naar meer contra deskundigen.
Digitaal Forensisch Onderzoek (DFO)
Op 27 augustus 2024 is een bijeenkomst georganiseerd met verschillende ketenpartners en andere belanghebbenden. Het doel van deze bijeenkomst was het Beoordelingskader, en dan specifiek de deelgebieden die momenteel onder DFO vallen, aan te passen aan de ontwikkelingen in de kennisgebieden. Momenteel zijn er zes deelgebieden, maar ontbreekt bijvoorbeeld AI. Hierover is gediscussieerd met wetenschappers van zowel NFI als commerciële partijen, buitenlandse toetsers, rechters, juridisch adviseurs, forensisch adviseurs en de Digitaal Officier van Justitie. Het NRGD zal onderzoeken of het haalbaar is om het aantal deelgebieden terug te brengen, om zo meer helderheid voor de gebruiker te creëren. Aan de nieuwe verdeling zal de rest van 2024 gewerkt worden, en het nieuwe Beoordelingskader zal naar verwachting in 2025 op een internationaal congres gepresenteerd worden.
Naast de hiervoor genoemde partijen zijn ook twee vertegenwoordigers van CITO bij de bijeenkomst aangesloten. Het NRGD signaleert namelijk een sterke daling in NFI-rapportages nu meer onderzoek door de politie wordt verricht. Dit betekent dat de drempel van het vereist aantal rapportages om getoetst te kunnen worden nu nog nauwelijks gehaald wordt. Daarom wil het NRGD inzetten op een alternatieve toetsingswijze met behulp van CITO, waarbij rapportages niet langer de hoofdmoot vormen. Of dit haalbaar is moet in 2025 blijken.
Cursus Strafrecht Buitenlandse toetsers
In 2023 is de laatste cursus Strafrecht voor buitenlandse toetsers georganiseerd. Het NRGD streeft er naar om, bij voldoende nieuwe buitenlandse toetsers, in Q1 of Q2 van 2025 opnieuw een cursus te organiseren. Dit loopt gelijk met het voornemen om de cursus om de anderhalf jaar te organiseren.
Nieuwe deskundigheidsgebieden
Bloedspoorpatroonanalyse (BPA)
spelen al langere tijd een rol in politieonderzoeken, maar sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt bloedspoorpatroonanalyse (BPA) toegepast door gebruik te maken van biologie, vloeistof dynamica en wiskunde. In de afgelopen 15 jaar is wetenschappelijke onderbouwing gerealiseerd, reden voor het NRGD om het gebied te normeren. In 2024 is gewerkt aan openstelling van het deskundigheidsgebied BPA, zijn toetsers gezocht en deskundigen getoetst. In 2025 zal BPA toegevoegd zijn aan het register en geopend zijn voor aanvragen. Naar verwachting zullen in het eerste kwartaal van 2025 de eerste aanvragen getoetst worden en hopelijk de eerste BPA-deskundigen toegevoegd worden aan het register.
Forensische Radiologie
In 2024 is gestart met de normering van het deskundigheidsgebied Forensische Radiologie. Samen met een commissie van zeven (inter)nationale deskundigen is hard gewerkt aan de eerste versie van het Beoordelingskader. Naar verwachting zal begin 2025 een openbare consultatie van dat concept kunnen plaatsvinden. Het jaarlijkse congres van de International Society of Forensic Radiology and Imaging (ISFRI) is een goede mogelijkheid om de normen ook internationaal te presenteren. Het NRGD streeft ernaar om het gebied – na een pilot – in het derde kwartaal van 2025 te openen voor registratie.
Het NRGD zet zich ook in 2025 in voor (her)registratie van deskundigen in strafzaken. Het gaat dan om de afhandeling van aanvragen tot (her)registratie in al genormeerde deskundigheidsgebieden en nieuwe deskundigheidsgebieden. In het jaar 2025 worden in totaal zo’n 148 aanvragen om herregistratie verwacht. Ook wordt een 25-tal nieuw opgeleide PJ-rapporteurs die via de NIFP-erkenning pas opgeleide rapporteurs zullen instromen verwacht. Daarnaast verwacht het NRGD dat met het erkenningsbeleid de nieuw opgeleide rapporteurs werkzaam bij het NFI kunnen instromen met een administratieve toets. Inclusief verwachte initiële registraties buiten het erkenningsbeleid komt het totaal hiermee op circa 190 aanvragen om (her)registratie.
Bestuurs- en civiel recht
Er bestaat geen duidelijke scheiding qua forensische deskundigheid tussen het strafrecht en bestuurs- en civiel recht. Forensische kennis wordt gebruikt in diverse rechtsgebieden. Denk aan handschrift, digitaal onderzoek, verwantschapsonderzoek of forensisch financieel onderzoek.
Voor formele uitbreiding naar het bestuurs- en civiele recht is wettelijke borging vereist. De rechtspraak heeft in 2023 een Integraal Afwegingskader (IAK) overlegd waarin de uitdrukkelijke wens te kennen wordt gegeven om ook voor bestuur- en civiel recht eenzelfde borging van de kwaliteit van deskundigen te creëren als nu in het strafrecht geldt.
De rechtspraak heeft jarenlang gepleit voor het uitbreiden van het NRGD register naar civiel en bestuursrecht in verband met het almaar toenemende belang van deskundigheid. De rechtspraak en het Departement hadden hierover vergaande overeenstemming bereikt. De huidige kabinetsplannen laten hier helaas geen ruimte voor.
Mediation
In dat kader is ook van belang te vermelden dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid het NRGD heeft gevraagd om te bezien in hoeverre het NRGD mogelijkheden ziet tot het opnemen van mediators in zijn register. Dit gelet op zijn ervaring bij het opstellen en borgen van kwaliteitsnormen. Deze ontwikkeling past in de ontwikkeling naar een kwaliteitsregister ten dienste van de hele rechtspraak. Het erkenningsbeleid (zie hierna 2.4) is een passend instrument gebleken om kwaliteitsborgingsystemen te beoordelen en daarop toe te zien. Dit heeft wel tot gevolg dat er ook in dit kader gekeken moet worden naar eerdergenoemde wettelijke borging. Hierbij kan aangesloten worden bij de uitbreiding naar bestuurs- en civiel recht.
Het NRGD heeft in 2023 met het NFI een overeenkomst getekend om te komen tot erkenning van de opleiding van het NFI. Erkenning van de opleiding door het NRGD levert voor zowel het NFI als het NRGD voordelen op. De dubbele toetsing, het examen bij het NFI om tekenbevoegd te worden en de toetsing bij het NRGD, wordt met deze erkenning teruggebracht tot één toetsing. De toetsing vindt dan plaats bij het NFI, met in de examencommissie een gecommitteerde vakdeskundige namens het NRGD. In het vierde kwartaal van 2023 heeft een onafhankelijke visitatiecommissie de opleiding en examinering van het NFI beoordeeld in combinatie van de vakgebieden DNA en forensische pathologie. In 2024 volgt Forensisch Medisch Onderzoek, Toxicologie, Drugs, Schotresten en Wapens en Munitie. In 2025 zal Digitaal Forensisch Onderzoek volgen. Daarmee zullen alle deskundigheidsgebieden die nu bij het NRGD geopend zijn en die het NFI heeft gevisiteerd zijn.
In 2025 zal vervolgens ook gekeken worden naar de deskundigheidsgebieden bij het NFI die nog niet in het register van het NRGD zitten. Denk daarbij aan Bloedspoorpatroonanalyse, Glasonderzoek, Explosies en explosievenonderzoek, etc. Ook worden de eerste feedbackmeetings met de gecommitteerden op de verschillende NFI-gebieden georganiseerd. Het NRGD organiseert verder feedbackmeetings met de gecommitteerden die namens het College zitting nemen in de examencommissie van de pro Justitia opleiding van het NIFP.
In het belang van de rechtsgang probeert het register (in lijn met de wens van de minister en de Tweede Kamer) een breed aanbod van deskundigen te bevatten. In de Nederlandse context houdt dat in dat het NRGD-deskundigen van diverse werkgevers in haar register heeft opgenomen. Het aantal deskundigen van private aanbieders groeit langzaam maar gestaag. Belangrijk hierbij is dat voor deze deskundigen waar zij onder de wet vallen ook de verplichting geldt dat zij zich registreren in het NRGD, zodat de kwaliteit van deze deskundigen voor de rechter geborgd is.
Vooral bij de kleinere gebieden, zoals het deskundigheidsgebied Handschriftonderzoek, maar zeker ook bij de deskundigheidsgebieden die gericht zijn op de Nederlandse rechtspraktijk (denk aan wet wapens en munitie en schotresten) is extra aandacht nodig om voldoende deskundigen in het register te kunnen inschrijven. Zie voor de acties welke het NRGD met betrekking tot deze gebieden wil verrichten onder 2.1.
3. Advisering
Het NRGD heeft de afgelopen veertien jaar een plaats verworven in het dynamische veld van forensische expertise. Dat geldt niet alleen ten aanzien van het individuele normeren, maar ook, in toenemende mate, waar het gaat om de borging van forensische kwaliteit in zijn geheel. Door onze ervaring en onafhankelijke positie kunnen wij in lijn met de visie uit 2018 bij dergelijke dossiers van toegevoegde waarde zijn.
Het departement heeft het NRGD verzocht een advies op te stellen hoe verdere kwaliteitsborging kan worden gestimuleerd. Wij willen de mogelijkheden verkennen in overleg met ketenpartners en departement.
Het wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht heeft als doel om meer ruimte voor de menselijke maat in de publieke dienstverlening op te nemen. Het NRGD onderschrijft dit doel. Het NRGD voert haar dienstverlening al grotendeels uit conform de vereisten van het wetsvoorstel, zoals het voorzien in maatwerk en coulance en een volledige heroverweging in bezwaar. De huidige Algemene wet bestuursrecht geeft daarvoor al ruimte. Het wetsvoorstel juridificeert in de ogen van het NRGD sommige stappen onnodig voor de (kleine) uitvoeringsorganisaties zoals het NRGD die niet werkzaam zijn op het terrein van financiën of sociale zekerheid, zoals de verplichte evenredigheidstoets bij gebonden beschikkingen en de informele bezwaarprocedure. Dit kan leiden tot te hoge verwachtingen van de doelgroep, met teleurstelling tot gevolg. Het kan verder ten koste gaan van de doorlooptijden, waardoor de beslissing op een aanvraag om registratie langer op zich zal laten wachten. Verder kan het leiden tot klachten, bezwaren en uiteindelijk meer rechtszaken.
Het wetsvoorstel is in beginsel uitvoerbaar voor het NRGD, waarbij het wel zo is dat het NRGD werkprocessen en beleidsregels waar nodig zal moeten aanpassen om aan de vereisten van het wetsvoorstel te kunnen voldoen. Het onderdeel van de informele bezwaarprocedure is voor het NRGD minder goed uitvoerbaar vanwege de vakinhoudelijke beoordeling van een aanvraag om registratie. Dat zal sowieso vragen om nadere invulling door middel van een beleidsregel. Het wetsvoorstel stelt ook specifieke eisen aan de aard van het contact van burgers met de overheid. Bij het NRGD gaat het dan om zowel de deskundigen die een aanvraag om registratie willen doen als rechtzoekende burgers en advocaten. Voor het NRGD zal dat betekenen dat er op structurele basis meer capaciteit nodig is ter verbetering van de werkprocessen en de communicatie. Het vereist verder budget voor opleiding en nascholing van de huidige en nieuwe medewerkers.
Ook gerechtelijk deskundigen krijgen steeds vaker te maken met onheuse bejegening, intimidatie en bedreiging. Het departement heeft subsidie beschikbaar gesteld voor het versterken van de weerbaarheid van gerechtelijk deskundigen en het vergroten van het bewustzijn. Het NRGD werkt hiervoor samen met andere deskundigenorganisaties, zoals het LRGD, de STAB, het NIVRE, het NFI en het NIFP.
Voor deskundigheidsgebieden die niet zijn opgenomen in het register biedt het NRGD een handreiking om de kwaliteit van deskundigeninzet in de rechtspraak te verbeteren. In 2020 heeft het NRGD een vijftal instrumenten op zijn website gepubliceerd waarmee de kwaliteit van rapportages van deskundigen die zelden of nooit in het strafrecht hebben gerapporteerd verbeterd kan worden. Een belangrijk instrument is de Rapportfeedback waarbij een ervaren NRGD-toetser meeleest met de deskundige en het rapport controleert op onder andere consistentie en begrijpelijkheid. Sinds september 2020 zijn er tot op heden (augustus 2024) 25 aanvragen voor rapportfeedback binnen gekomen.
Het NRGD zal ook in 2025 de Rapportfeedback faciliteren. Daarnaast wordt onderzocht of en hoe de Ad Hoc instrumenten Europa-breed kunnen worden ingestoken en gebruikt. Er worden immers nog steeds veel (niet forensische) specialisten gevraagd uit het buitenland om in de rechtspraak te rapporteren. Het NRGD wil het Ad Hoc project Europees uitbreiden zodat deskundigheid ook buiten onze landsgrenzen gevonden kan worden, maar tevens dat Nederlandse deskundigen in het buitenland kunnen optreden rekening houdende met de taalbarrières en het verschil in rechtssystemen.
Een van origine Frans initiatief het European Expertise & Expert Institute (EEEI) streeft naar een Europees register met deskundigen en heeft voor de eerste fase subsidie hiervoor ontvangen van Brussel. Nederland heeft hier toen geen steun aan gegeven aangezien de criteria voor toelating tot het register onduidelijk waren. Nadere besluitvorming door EEEI uit december 2023 bevestigt deze zorg. Er worden geen forensisch vakinhoudelijke eisen gesteld laat staan getoetst bijvoorbeeld aan de hand van rapportages. Het bij elkaar brengen van dergelijke ‘deskundigen’ in een Europese lijst van experts is niet meer dan een gouden gids, maar suggereert wel dat het experts zijn. Het NRGD zal hiervoor aandacht blijven vragen.
Sinds een aantal jaren werkt het Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (hierna Sv). Naar aanleiding van een consultatieronde wordt ook de huidige deskundigenregeling tegen het licht gehouden. In 2022 zag een eerste versie het licht. Inmiddels ligt op dit moment (augustus 2024) een nieuw concept voor. Voor het NRGD zijn met name de volgende twee aanpassingsvoorstellen relevant.
Artikel 1.7.5. lid 3 van het wetsvoorstel stelt dat:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de verslaglegging van de onderzoeken, bedoeld in het eerste lid.
Dit kan tot kwaliteitsverbetering leiden, mits passende regels kunnen worden gesteld.
Een tweede voorstel betreft de OM-benoeming van DNA onderzoek. Ook hier pleit het NRGD voor een knip tussen feitelijk onderzoek en onderzoek dat interpretatie vergt. In de huidige wetgeving wordt dit onderscheid niet gemaakt en kan bijvoorbeeld activity onderzoek door een niet geregistreerd deskundige gedaan worden. Dit terwijl het NRGD voldoende activity-deskundigen bevat. Het voorstel bepaalt dat activity onderzoek wel onder het benoemingsregime valt. De memorie van toelichting vermeldt immers dat:
het benoemingsregime geldt voor verwantschapsonderzoek, onderzoek naar uiterlijk waarneembare kenmerken én activiteitenniveau.
Naar verwachting worden begin 2025 forensische ISO-normen gepubliceerd. Hieraan is jaren gewerkt door een internationale werkgroep van diverse landen zoals de VS, GB, Duitsland, Frankrijk, Japan, Australië etc. Voor Nederland zijn OM, NFI, NRGD en Politie hierbij intensief betrokken. Het is dan ook de eerste keer dat normen voor forensische werkzaamheden zijn opgesteld. De reden is dat bestaande ISO-normen niet zijn opgesteld met specifiek forensische aspecten in gedachte. Er komen normen voor de plaats delict, analyse, interpretatie en rapportage. Deze normen zijn verplicht als de wet ernaar verwijst. Zie ook hierboven over de Herziening deskundigenrichtlijn in het Wetboek van Strafvordering.
4. Kennisuitwisseling
Door te investeren in kennisontwikkeling snijdt het mes aan twee kanten. Door actief met aanvragers en gebruikers te communiceren over kwaliteitskwesties neemt niet alleen hun kennis toe, maar worden zij ook gestimuleerd aan hun eigen kwaliteit te werken. Daarnaast is het voor het NRGD essentieel om op deze wijze voeling te blijven houden met het veld, zodat door het NRGD nagegaan kan worden of de normen en eisen die wij per deskundigheidsgebied stellen nog steeds up-to-date zijn.
De visie van het NRGD vraagt om actieve kwaliteitsbevordering. Hiertoe is de keten – mede gezien de wettelijke bevoegdheid van het NRGD - van groot belang. Ketenpartners zijn immers ieder op hun eigen wijze in meer of mindere mate verantwoordelijk voor kwaliteitsborging. Afstemming en kennisuitwisseling doen zij vaak nog los van elkaar. Het is daarom van belang om zowel bilateraal als door de hele keten heen - met respect voor ieders rollen - de verbinding te zoeken.
In samenwerking met de Universiteit Maastricht is een onderzoek uitgevoerd naar de inzet van deskundigen door de verdediging in strafzaken. Daaruit is, onder andere, gebleken dat er door de respondenten – ondanks de in 2010 ingevoerde Wet Deskundigen in Strafzaken – nog steeds moeilijkheden worden ervaren bij de inzet van deskundigen. Daarnaast blijken de deskundigen ook niet voldoende bekend met de rol en taken van het NRGD. In 2025 wil het NRGD graag onderzoeken hoe die bekendheid kan worden vergroot en hoe het NRGD toegankelijker kan worden voor de advocatuur.
Het is van essentieel belang dat het NRGD goed op de hoogte blijft van ontwikkelingen op de respectieve gebieden, contact houden met bestaande toetsers en contact leggen nieuwe toetsers. Ook vragen wij aandacht voor kwaliteitsborging door middel van presentaties en abstracts. Ook in 2025 zal het NRGD actief contacten onderhouden met ‘het veld’. Het NRGD spreekt, fysiek of digitaal, op forensische congressen zoals het Europese congres EAFS, het wereldwijde IAFS en IABPA, neemt deel aan projectteams, geeft voorlichting middels gastcolleges en lunchmeetings met rechtspraak en advocatuur. Ook kijken we naar de mogelijkheid om in september 2025 een NRGD-symposium te organiseren met als thema: veranderingen in het forensisch veld.
5. Bedrijfsvoering
In het kader van de bedrijfsvoering is van belang te realiseren dat het NRGD een beperkte omvang heeft (11 fte plus 0,6 externe). Het NRGD ziet tal van wettelijke verplichtingen (zie beneden) op zich afkomen waarvan de implementatie niet volledig kan worden opgevangen binnen de bestaande formatie. Deze trajecten vragen steeds meer mankracht en leggen druk op de begroting. Bij elkaar gaat het om 1,6 fte.
Tegelijkertijd is het register binnen het strafrecht nog niet uitgegroeid. Naar verwachting komen er nog een aantal gebieden bij. Bestaande gebieden vragen aandacht zeker door de toegenomen marktwerking.
Het NRGD heeft kosten bespaard door vergaande automatisering van het aanvraagproces met behoud van maatwerk. Daarnaast levert het erkenningsbeleid als bijkomend voordeel besparingen op doordat er minder toetsingen nodig zijn.
Voor het financieel beheer werken wij samen met andere onafhankelijke JenV-organisaties. Voor inkoop maken wij waar mogelijk gebruik van mantelovereenkomsten.
Het NRGD voldoet aan de Wet Normering Topinkomens.
Wij verwachten vooralsnog geen wijzigingen in huisvestingsbehoefte. De locatie is up-to-date, centraal gelegen, goed bereikbaar met het OV en past bij de onafhankelijke positie. Er wordt uitbreiding verwacht die op te vangen is op de bestaande locatie.
Het NRGD zal - in het kader van continue zelfreflectie - de in 2023 gestarte evaluatie en doorontwikkeling van een aantal processen voortzetten. In 2025 zal voor de eerste deskundigheidsgebieden een efficiëntere en effectievere wijze van toetsen zijn doorontwikkeld, waarvoor de basis met CITO is gelegd.
In het kader van de informatiehuishouding heeft het NRGD te maken met wettelijke verplichtingen op grond van onder andere de Archiefwet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet open overheid (Woo), de Wet digitale overheid (Wdo), de Wet digitale toegankelijkheid en de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Het NRGD heeft in 2024 een volwassenheidsmeting gedaan en scoort op een schaal van 1-4 vooralsnog een 2. Het streven voor 2025 is om volwassenheidsniveau 3 te halen. Het NRGD zet – voor zover de kerntaak het toelaat - als eerste in op het versterken van informatiebewustzijn bij alle medewerkers en het maken van beleid en het stellen van kaders voor het beter vindbaar maken van informatie.
Het NRGD werkt uitsluitend nog digitaal, waardoor er alleen een digitaal archief is. Het bewaren en vernietigen van zaaksdossiers (primair proces) vindt bij het NRGD geautomatiseerd – met een vierogencontrole - plaats op basis van de in 2023 vastgestelde Selectielijst. Daarnaast zal het NRGD een begin maken met de geautomatiseerde inrichting van documenten die bestemd zijn voor het Nationaal Archief. Het gaat dan onder meer om de documenten die ten grondslag liggen aan de bestuurlijke besluitvorming over beleid en de inrichting van de organisatie.
Op het gebied van privacy management scoort het NRGD blijvend een 3 als volwassenheidsniveau (op een schaal van 1-5). Het NRGD handelt verzoeken om inzage in persoonsgegevens efficiënt en tijdig af. Een van de beleidsmedewerkers vervult tevens de functie van privacy officer. De extern aangestelde Functionaris Gegevensbescherming legt tweejaarlijks verantwoording af aan het College.
Het NRGD publiceert actief – uit eigen beweging – informatie op de eigen website en maakt een koppeling met het Register van Overheidsorganisaties, zoals op grond van de Woo is vereist. Het NRGD handelt verzoeken om informatie efficiënt en tijdig af. Een van de beleidsmedewerkers van het NRGD vervult daartoe tevens de functie van Woo-functionaris. De communicatiemedewerker die ingehuurd wordt door het NRGD neemt de functie van ROO-functionaris op zich.
Na de backoffice en aanvraag zal in 2025 een begin gemaakt worden met de uitrol van het Mijn NRGD-portaal waardoor de aanvrager via één digitaal portaal zijn/haar aanvraag kan doen, met het NRGD kan communiceren en ‘live’ de status van de aanvraag en/of registratie kan volgen. In 2024 is de ontwikkeling van het Mijn NRGD-portaal afgerond en is een koppeling aan Digi-D gerealiseerd. Als bijkomend effect zullen werkzaamheden van beheer afnemen zoals controle identiteit en aanpassen adreswijzigingen.
Op dit moment besteedt het NRGD jaarlijks ongeveer 4% van zijn budget aan vertaalkosten. Met de uitbreiding naar steeds meer gebieden, nemen deze kosten alleen maar toe. Het NRGD kijkt ook hier in hoeverre overheidsgeld efficiënter kan worden ingezet. In dit kader kijken we in 2025 samen met Datalab JenV de mogelijkheden om de deskundigenrapporten, die ter toetsing worden ingestuurd, middels AI te vertalen. De geschatte investeringskosten hiervoor zijn 75.000 euro. Vooralsnog is het de bedoeling om vanaf 1 januari 2026 het product te lanceren en in gebruik te nemen. Prognose is dat tegen einde 2027 de investering is terugverdiend.
De website van het NRGD wordt gehost via Platform Rijksoverheid Online, is aangesloten op de rijksbrede oplossing voor wat betreft webarchivering en voldoet volledig aan gestelde internetstandaarden. In 2024 zal het NRGD hieraan blijven voldoen. Dit geldt ook voor de NRGD-e-mailadressen.
Het zaaksysteem is dusdanig ingericht dat wordt voldaan aan de voorschriften van data-governance en data-management. Bewaar- en vernietigingstermijnen zijn conform de vastgestelde Selectielijst College gerechtelijk deskundigen ingevoerd in het zaaksysteem.
Het NRGD neemt de werkplek af via SSC-ICT en werkt dus op het afgeschermde justitie-netwerk. Het NRGD maakt gebruik van applicaties die voldoen aan de voorgeschreven security- en privacy normen, controleert regelmatig of applicaties en aanbieders hier nog aan voldoen en sluit, waar mogelijk, aan bij rijksbrede voorzieningen. Applicaties zijn enkel via het beveiligde justitie-netwerk benaderbaar (IP-restricted toegang) en verkeer wordt 24/7 gemonitord door het SOC van SSC-ICT. Toegang tot applicaties vindt plaats volgens het vastgestelde autorisatiebeleid.
6. Begroting 2025
Begroting
Kostenplaatsen
* €1000
2023
Realisatie
€2050
2024
Budget
€2174
2025
Budget
€2285
Kostenplaats Bureau
Personeel
1008
1075
1087
Overige kantoorkosten
616
680
708
Kostenplaats Commissies
Commissies
379
360
390
Kostenplaats projecten
Vertalen
75
ISO/NEN/CITO
22
39
10
Congressen/symposia
25
20
15
Totaal
€2050
€2174
€2285
7. Risicoanalyse
In 2019 is aan het NRGD extra budget toegekend. Dit bedrag is destijds aan het NRGD toegekend vanwege de groei van het register tot 2019. Verdere groei werd verwacht omdat het register nog niet af is.
Inmiddels zijn we vijf jaar verder en ook vijf deskundigheidsgebieden verder. Dit betekent ook vijf extra gebieden onderhouden, naast het ontwikkelen van nieuwe gebieden. Dit maakt dat de jas voor wat betreft personeelscapaciteit alleen al op dit punt knelt.
Het openen van een nieuw deskundigheidsgebied binnen het NRGD, vraagt veel flexibiliteit van de huidige beleidsmedewerkers. Allereerst worden de ketenpartners bevraagd over welk gebied de voorkeur geniet om genormeerd te worden. Daarna wordt door het NRGD een onderzoek gestart binnen de beroepsgroep om in kaart te brengen in hoeverre normering mogelijk is. Hier hoort ook een overzicht van leerstoelen en publicaties bij. Daarna zijn er gesprekken met beroepsorganisaties, eventueel tuchtrecht, en het samenstellen van een Normstellings- en Advies Commissie. Afhankelijk van het deskundigheidsgebied duurt dit proces gemiddeld een jaar. Omdat ondertussen het andere werk ook doorloopt, signaleert het NRGD hier een probleem voor de toekomst. Er zijn nu namelijk zes beleidsmedewerkers verantwoordelijk voor veertien deskundigheidsgebieden.
Om de huidige werkzaamheden voort te zetten, wordt slim gebruik gemaakt van de bezetting (11 FTE). Aanvullend wordt zoveel mogelijk gekeken naar efficiëntieslagen, zoals het inzetten van digitalisering en software. Een voorbeeld hiervan is de vertaal-software van J&V om rapportages te vertalen t.o.v. het huidige vertaalbureau (€75.000,-). Het erkenningsbeleid is een grote slag qua efficiency. Door de opleiding van het NIFP te erkennen, zijn veel dubbele toetsingen binnen het deskundigheidsgebied FPPO voorkomen. Omdat inmiddels een groot gedeelte van de deskundigheidsgebieden bij het NFI ook onder het erkenningsbeleid valt, wordt ook hier een daling in het aantal toetsingen verwacht. Naar verwachting zijn in 2025 alle NRGD-deskundigheidsgebieden van de opleiding van het NFI erkend. Hiermee is de rek van het outsourcen van toetsingen er uit.
Naast de uitbreiding binnen onze core business, het uitbreiden en onderhouden van het register, ziet het NRGD tal van wettelijke verplichtingen op zich afkomen waarvan de implementatie niet volledig kan worden opgevangen binnen de bestaande formatie. Zo moeten Rijksorganisaties eind 2026 voor wat betreft de Informatiehuishouding een volwassenheidsniveau tussen 3 en 4 halen. Op dit moment scoort het NRGD vooralsnog een 2. Om een volwassenheidsniveau van 4 te behalen zal het NRGD extra capaciteit moeten inhuren.
Denk daarnaast aan de Archiefwet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet open overheid (Woo), de Wet digitale overheid (Wdo), de Wet digitale toegankelijkheid en de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), etc. Implementatie van deze wetgeving dient eveneens binnen de bestaande formatie en budget te worden opgevangen.
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat “de groei van het aantal ambtenaren en de inzet van consultants bij (kern)departementen van de afgelopen jaren wordt teruggedraaid, waarbij uitvoerende diensten in principe worden ontzien. Deze taakstelling wordt gekoppeld aan het verminderen van regels en administratieve lasten voor de samenleving en de uitvoering.”
Het NRGD normeert stapsgewijs deskundigheidsgebieden. Bij instelling van het NRGD werd daarom uitgegaan van een faseerde groei. Het budget zou meegroeien met de beoogde uitbreiding. In 2019 is aan het NRGD extra budget toegekend vanwege de groei van het register tot 2019. Verdere groei werd verzocht door de minister. In de jaarlijkse aanschrijving staat dan ook steeds beschreven dat jaarlijks minimaal één nieuw deskundigheidsgebied opengesteld wordt. Het NRGD heeft voldaan aan deze wens en het aantal gebieden verder uitgebreid. De groei sinds 2019 tot nu, het onderhouden van het register, de hogere (loon)kosten, de kosten van ICT/security en de implementatie van wettelijke verplichtingen kunnen niet langer binnen het bestaande budget worden opgevangen. In lijn met de afspraken verzoekt het NRGD daarom om een structurele verhoging van het budget met 133.000 euro (1 FTE).
Daarnaast wordt het NRGD meer gevraagd om te adviseren op bredere kwaliteitsontwikkelingen. Zo heeft de minister in zijn visie uit 2018 een kwaliteitsrol voorzien van het NRGD in het licht van de beoogde diversiteit in het aanbod van forensisch onderzoek.
Het ontbreken van deze middelen zal er in 2025 toe leiden dat er komende jaren geen nieuw deskundigheidsgebied geopend kan worden, hetgeen gevolgen heeft voor de kwaliteit en vindbaarheid van de forensisch expertise in Nederland. Ook zal onze adviserende en bewakende rol niet meer gelijk op kunnen gaan met de gestage groei van forensische expertise en marktwerking.