Het NRGD interviewde rondom zijn 10-jarig jubileum een aantal deskundigen uit de forensische keten over de formele en informele invulling van kwaliteitsborging en toezicht. Collegevoorzitter Eric Bakker en directeur Michel Smithuis geven in een gezamenlijk interview hun visie op een decennium zicht op forensische deskundigheid.
Interviews
‘Het NRGD doet veel meer dan het registeren van deskundigen. Van buitenaf zie je niet zo goed wat er allemaal gebeurt. Je ziet dat er mensen in een register zitten, maar hoe we kwaliteit helpen verbeteren, dat weet je meestal niet. Dat is de afgelopen jaren gelukkig wat meer zichtbaar geworden’.
‘Ik deed als officier een ingewikkelde zaak waarin een deskundige een overheersende rol speelde. Hij kwam met een reconstructie namens de verdediging. Met grote stelligheid en een groot ego. En met een grote mond, want hij leverde ook inbreng op allerlei andere terreinen en bemoeide zich overal mee. Maar toen ik het materiaal waarmee hij zijn reconstructie onder-bouwde secuur bekeek, ontdekte ik dat daarmee was geknoeid. Met opzet dus. Nou, dan heb je een hele kwaaie aan me. Dus toen heb ik die zogenaamde deskundige op de zitting erin laten lopen, stap voor stap.'
‘Tegenwoordig kunnen we bijna overal een DNA-profiel uit halen. Neem de kogelhulzen die zijn gebruikt bij een afrekening in het criminele circuit: de schutter drukt de patronen in een patroonhouder. Het is lastig dat met handschoe-nen aan te doen. Dus kan je vingerafdrukken en ook DNA materiaal op zo’n patroon achterlaten. Het is vaak het enige dat achterblijft na zo’n schietpartij: hulzen van afgeschoten projectie-len. We doen dan ons uiterste best daar wat DNA materiaal vanaf te halen. Dat blijft nog steeds een moeilijk verhaal.'
‘Op de Plaats Delict (PD) krijgt de politie maar één keer de kans sporen veilig te stellen. Daarin verschillen we van alle andere partijen, die later aankomen. Dat moet goed gaan. Dat zullen we altijd blijven verzorgen. Dat is ‘des polities’. De start van de bewijsketen.’
'Forensisch onderzoek is steeds vaker leidend in de bewijsconstructie. Misschien is één forensisch officier per parket niet meer genoeg, omdat het forensisch speelveld steeds groter en internationaler wordt. We werken bijvoorbeeld aan een forensische ISO-norm. Er is steeds meer te doen.Als forensisch officier moet je verschillende kwaliteiten in je verenigen. Je moet strategisch, op de lange termijn denken én je moet heel gedetailleerd kunnen adviseren in individuele zaken. Elke officier van justitie is in zijn of haar eigen onderzoek verantwoordelijk voor het forensische deel.'
‘Ik vind het belangrijk je als psychiater zo breed mogelijk te profileren. Op het einde van mijn opleiding tot psychiater, en ook vele jaren daarna, werkte ik in het oorlogstraumacentrum Stichting Centrum ‘45 met getraumatiseerde asielzoekers en vluchtelingen. Toen de gelegenheid zich voordeed naar het PBC te gaan, twijfelde ik omdat ik de kant van de daders opging. Maar op een gegeven moment dacht ik: ik doe het toch. En zag daders die in hun vroege jeugd zelf slachtoffer waren geweest. De geobserveerde mensen in het PBC hebben ook hun voorgeschiedenis, een eigen verhaal.'
'Van huis uit heb ik veel interesse in statistiek, scheikunde, natuurkunde, biologie. Dat boeit me. Tegen die achtergrond was het dus niet eens de meest logische keuze om rechten te gaan studeren. Het begon dus met interesse, maar ik vind forensische wetenschap ook boeiend omdat het zoveel bijdraagt aan een strafzaak.'
‘Mijn vader zat in het bedrijfsleven en mijn neven werden ondernemer. Dat pad lag dus voor de hand. Maar onze buurvrouw was strafrechter en ik vond de boeken van John Grisham fascinerend. Ik begon als student economie en bedrijfskunde, maar had een vriend die rechten studeerde en op een gegeven moment wist ik: ’Ik ga rechten doen en word strafrechtadvocaat’.
‘De Schiedammer Parkmoord. De Showbizzmoord. Ik bedenk die namen niet hoor, behalve ‘de zes van Breda’. Ik dacht meteen: ‘die wordt het’. Het lag zozeer voor de hand, om historische redenen. Maar de Rosmalense Flatmoord? Ten eerste is dat in mijn opvatting dus geen moord. De plek lag ook niet in Rosmalen op het moment dat het gebeurde. Die was door een gemeentelijke herindeling terechtgekomen in een wijk van Den Bosch. Namen vallen uit de lucht, denk ik.’
‘Een jaar of 6 geleden wilden we kijken hoe de politie kon aansluiten bij de ontwikkeling van internationale normen. ISO-normering, van plaats delict tot rechtbank. Voor ons is belangrijk dat normen niet teveel afwijken van wat we als politie forensisch doen. Zonder afbreuk te willen doen aan de kwaliteitsnorm kijken of de kwaliteitshandhaving zoveel mogelijk aansluit bij de praktische uitvoering in het veld'.
‘In de strafrechtketen kunnen we nog beter samenwerken door slimmer gebruik te maken van elkaars kennis en expertise. Politie, advocaten, Openbaar Ministerie (OM), rechters en NFI-deskundigen hebben allemaal verschillende rollen, met verschillende opleidingen en ervaring en andere dingen waar we goed in zijn. Wij hebben bijvoorbeeld geen rechten gestudeerd zoals een officier van justitie of advocaat, maar we hebben wel veel ervaring met wetenschappelijk forensisch onderzoek en dat hebben zij weer niet.'
‘Een forensisch arts bekijkt de buitenkant en een patholoog de binnenkant. Dat is historisch zo ontstaan. Die tweedeling werkt alleen als de communicatie tussen de forensisch arts en de patholoog goed is. Een patholoog ziet het lichaam, maar niet wat ik zag op een plaats delict. Tussen mijn lijkschouw en de sectie zit tijd. Dan zien sommige dingen er anders uit.’
‘Als je hoestklachten hebt, ga je eerst naar de huisarts. De huisarts is een soort poortwachter, die indien nodig kan doorverwijzen naar een specialist, bijvoorbeeld een longarts. De specialist is medisch gezien de hoofdbehandelaar en zal waar nodig aanvullende onderzoeken bij andere specialisten aanvragen. Die analogie kun je ook trekken voor forensische pathologie bij strafrechtelijk onderzoek naar overleden personen. De forensisch arts (gemeentelijk lijkschouwer) zien wij als de poortwachter die waar nodig doorverwijst naar de specialist: de forensisch patholoog. De forensisch patholoog is gespecialiseerd in post mortem onderzoek en maakt indien nodig gebruik van aanvullende onderzoeken, zoals radiologie, microbiologisch onderzoek, toxicologie en microscopisch onderzoek.’
Het NRGD draagt bij aan de kwaliteit van de Nederlandse en internationale rechtspraak door het bevorderen en waarborgen van (het vertrouwen in) een constante kwaliteit van forensische expertise in de rechtspleging.
Het jubileumboek 'Zicht op Forensische Deskundigheid' is op aanvraag in beperkte oplage beschikbaar.